Categories
Film Philosophy

The shape of water – Guillermo del Toro

Wie “El laberinto del fauno” (2006) van Guillermo del Toro heeft gezien, herkent dezelfde ingrediëntenmix in zijn nieuwste film: een in de geschiedenis verankerd verhaal, gelardeerd met sprookjesachtige figuren.

“The shape of water” (2017) speelt zich af ten tijde van de Koude Oorlog, in een laboratorium van de Amerikaanse geheime dienst. De onderzoekers bestuderen in het labo een amfibie-achtig wezen met menselijke trekken. Voor de onderzoekers is de zeemeerman louter een ‘studieobject’, dat ze martelen om het in bedwang te houden.

In de loop van het verhaal ontstaat er een romance tussen een van de kuisvrouwen (Elisa) en de zeemeerman die in gevangenschap leeft.

Randfiguren in de hoofdrol

De romance op zich is erg voorspelbaar, maar wat de film interessant maakt, is de keuze om zogenaamde ‘randfiguren’ de hoofdrollen te laten vertolken.

Elisa Esposito is een immigrant, vrouw, laaggeschoold én gehandicapt (ze kan niet spreken). De voor de maatschappij onzichtbare en ‘onvolmaakte’ kuisvrouw is in de ogen van de zeemeerman (die ook niet kan spreken) een ware heldin: ze geeft hem eten, leert hem muziek kennen, en redt hem tot slot uit de klauwen van degenen die hem martelen. Elisa van haar kant ziet de zeemeerman niet als een ‘object’, maar als een volwaardig persoon.

Dat randfiguren glansrollen kunnen vertolken, onderstreept del Toro ook op een ander niveau, namelijk door minder bekende actrices te selecteren voor de hoofdrollen van zijn film.

Levinas revisited

Dit moderne sprookje kan bogen op knap acteerwerk, maar er zijn beslist nog andere redenen om een Oscar uit te reiken aan del Toro. Als we dieper graven, zien we enige overeenkomsten met de filosofie van Emmanuel Levinas, een 20ste-eeuwse joodse filosoof die de gruwel van de Tweede Wereldoorlog heeft doorstaan.

Levinas heeft het over ‘de blik van de ander’ die bepaalt in welke mate je ‘mens’ bent en voor volledig wordt aanzien. De zeemeerman houdt ons een spiegel voor door de zogenaamd ‘onvolmaakte’ Elisa als volmaakt te zien. Plots zien we haar als een mens, een intelligente persoon, met gevoelens, met seksuele aantrekkingskracht, enz.

De kunst bestaat er volgens Levinas in om je vooroordelen aan de kant te schuiven, zodat de ander de ruimte krijgt om zichzelf uit te drukken, om zijn verhaal te vertellen en (beter) begrepen te worden. Want een beter begrip van de ander is nodig om nieuwe gruweldaden zoals de holocaust (zichtbaar in de marteling van de zeemeerman) te voorkomen.

Categories
Dance

Lisbeth Gruwez dances Bob Dylan

Dansen op de tonen en hese stem van Bob Dylan. We doen het allemaal, stiekem, in onze woonkamer. Maar tippen aan de sensuele lenigheid van Lisbeth Gruwez, doen we wellicht niet.

Gelukkig krijgen we in de nieuwe voorstelling van Lisbeth Gruwez – met de hulp van krakende-vinylplatendraaier Maarten Van Cauwenberghe – het gevoel te mogen binnenkijken in haar woonkamer. Podium en zaal krijgen een andere betekenis: als kijker voel je je een beetje een voyeur, die binnengluurt in de intieme sfeer ten huize van.

En in die privésfeer is er ruimte voor experiment, voor het aftasten van fysieke grenzen. Minutenlang molenwieken. Hoekig als een kraanvogel. Opgespannen als een boog. Zweven in het ijle. Salueren en marcheren. Bob Dylan laat het allemaal toe. Het energiepeil van Lisbeth lijkt onuitputtelijk. Het publiek houdt de adem in en geniet van de schoonheid die schuilgaat achter dit eenvoudige concept: een lichaam dat één wordt met muziek.

Enkele platen van Bob Dylan hebben er een extra dimensie bijgekregen. Die van de herinnering aan een donkere theaterzaal met één enkele spot die koortsachtig speurt naar de sensueel bewegende Lisbeth Gruwez.

Categories
Literature

Grip – Stephan Enter

“Grip” voert je mee in een maalstroom van persoonlijke gedachten, filosofische ideeën en prachtige landschappen. Maar hoe slaagt Stephan Enter erin zijn lezer bladzijde na bladzijde te blijven boeien? ‘Beweging’ lijkt het sleutelelement in deze bijzondere roman van de Nederlandse schrijver.

Ruimte

De protagonisten – Paul, Martin en Vincent – zijn gedurende het hele verhaal onderweg naar elkaar, voor een reünie 20 jaar na hun gezamenlijke reis als studenten naar de Lofoten. De drie personages bewegen in geografische zin naar elkaar toe, met als uiteindelijke trefpunt in Wales de vierde – en onhoorbare – protagonist, Lotte.

Tijd

Ondertussen zijn er heel wat sprongen in de tijd, die naargelang de herinneringen van de protagonisten heen-en-weer gaat tussen de huidige reis richting Wales en flashbacks naar de reis van 20 jaar geleden richting de Lofoten. Deze doelbewuste tijdvertraging verhoogt de spanning: slechts mondjesmaat worden er stukjes nieuwe informatie toegevoegd aan elk deel van het verhaal.

Vertelperspectief

De schrijver maakt ook gretig gebruik van een wisselend vertelperspectief. Zo krijgen we in elk deel van de roman een andere visie op de gebeurtenissen die zich in het verleden in Noorwegen hebben afgespeeld. De analyses die de personages als ik-verteller van elkaar maken zijn zeer grondig, maar zeggen vaak meer over henzelf (en hun eigen onzekerheden), dan dat ze echt inzicht geven in de mensen met wie ze bevriend waren.

Vertelwijze

Ook de vertelwijze maakt dat het verhaal vlot blijft lopen. Enter kiest voor ‘stream-of-consciousness’ als methode om zijn personages aan het woord te laten: landschapselementen, situaties, omstanders… alles roept voortdurend associaties, gedachtesprongen en herinneringen op.

Maar toch, ondanks deze diverse vormen van beweging op alle niveaus van het verhaal, lijkt één niveau te worden geplaagd door stilstand.

Protagonisten

De drie vertellers lijken niet echt te evolueren doorheen het verhaal: ze vertonen nog steeds dezelfde karaktertrekken als 20 jaar geleden. Paul blijft zich superieur gedragen ten opzichte van zijn vrienden, Vincent worstelt onderhuids nog steeds met zijn faalangst, en Martin slaagt er niet in zijn eeuwige onzekerheid van zich af te schudden.

Deze korte narratologische analyse toont dat Stephan Enter niet zomaar eventjes een boek heeft geschreven, maar wellicht vele uren heeft gebroed op dit literaire pareltje.

Categories
Film

Youth – Paolo Sorrentino

Onze 21ste eeuw staat visueel bol van de jeugdige schoonheid. Menig advertentie en reclamefilmpje heeft wel een recept voorhanden om eeuwig jong – en zodoende gelukkig – te blijven. Goddank duikt er af en toe een proteststem op, een moedig man zoals Paolo Sorrentino, die ons een ander aspect van de realiteit laat zien. Hij durft het aan om zijn kijker gedurende twee uur te confronteren met een van onze grootste angsten: de vergankelijkheid van ons bestaan.

De protagonisten van Youth zijn de zeventigers Mick Boyle en Fred Ballinger, de een nog steeds actief als filmregisseur, de ander een beroemd componist op pensioen. Boyle streeft ernaar zijn filmcarrière zo lang mogelijk te rekken en eeuwige roem te bereiken met zijn laatste meesterwerk. Zijn vriend Ballinger heeft het componeren en dirigeren definitief afgezworen en wil er zelfs niet mee worden geconfronteerd, omdat sommige herinneringen pijn doen.

De visueel prikkelende beelden en ingenieuze geometrische composities maken van Youth bijna een promotiefilm voor eeuwige ouderdom. Wie wil er niet zijn oude dag doorbrengen in dit prachtige luxeresort in de Zwitserse Alpen? Maar niet alle hotelgasten voelen zich ‘gezegend’ met hun leeftijd. Eén koppel slaagt er niet meer in om met elkaar te communiceren. Een Maradona op leeftijd worstelt zichtbaar met zijn overgewicht.

Wat echter het meeste opvalt is het contrast tussen de ontembare passie van Boyle voor filmregie en de volledige apathie van Ballinger ten opzichte van zijn vroegere muzikale ambities. En daarmee is de filosofische les snel getrokken: “een vos verliest misschien wel zijn haren, maar beter niet zijn passies”. Wie het wegglijden in apathie wil voorkomen, moet blijven leven alsof hij nog een halve eeuw voor zich heeft, en schoonheid blijven opzoeken met al zijn zintuigen. Reden te meer om u te laten betoveren door de visuele hoogstandjes en de prachtige muziek van Youth.

Categories
Theatre

Leni & Susan – Braakland/ZheBilding

Cineaste en fotografe Leni Riefenstahl (1902-2003) streeft in haar levenswerk naar de perfecte wereld, waarin enkel schoonheid en zuiverheid van tel zijn. Ze wil de toeschouwer in vervoering brengen met haar kunst. Op die manier fnuikt ze echter haar eigen carrière: ze laat zich overtuigen om Hitlers partijdagen te verfilmen, waarbij ze enkel oog heeft voor het puur esthetische, niet voor de politieke implicaties van haar documentaire. Susan Sontag (1933-2004) hekelt deze naïeve houding publiekelijk. Als cultuurcritica ijvert ze voor een onophoudelijke zoektocht naar wijsheid door kritische analyse. Ook Riefenstahls poging om met een unieke fotoreportage haar carrière in ere te herstellen, torpedeert Sontag met één vlammend essay.

 

Antipoden zonder meer?

Het spreekt voor zich dat Leni Riefenstahl en Susan Sontag tegenpolen zijn, maar hun levens vertonen her en der ook raakvlakken. Beiden zijn vastberaden carrièrevrouwen die letterlijk tot het einde van hun dagen nieuwe projecten in de steigers zetten. Susan wil naam en faam maken als schrijfster en essayiste, Leni als fotografe en cineaste. Deze gelijkenis wordt overtuigend op scène gebracht door Simone Milsdochter en Chris Lomme. We zien een Sontag die uitermate kritisch is, niet in het minst voor zichzelf. Wat ze schrijft, is in haar ogen nooit goed genoeg. En daarnaast staat dan een Riefenstahl die zichzelf voortdurend blijft overtreffen, die op 71-jarige leeftijd nog leert diepzeeduiken en onderwaterfoto’s begint te maken. Het enige wat deze gedreven vrouwen kan stoppen, is de dood.

 

Opvallend is ook dat voor beide vrouwen een langdurige liefdesrelatie onmogelijk is. Sontag trouwt op 17-jarige leeftijd met haar professor Sociologie, maar scheidt een paar jaar later van hem. Daarna volgt een turbulent liefdesleven met zowel mannen als vrouwen. Ook Riefenstahl heeft meerdere partners in haar leven – zelfs Hitler is verliefd op haar – maar geen enkele man doorstaat de test. Veeleisend zijn ze, en niet alleen voor zichzelf.

 

Een derde raakvlak zijn de gezondheidsproblemen die hun levens tekenen. Tot driemaal toe krijgt Susan Sontag af te rekenen met kanker. In deze moeilijke fases van haar leven schrijft ze essays over hoe de maatschappij levensbedreigende ziektes percipieert. Ze bekritiseert de moraliserende veroordeling van mensen die getroffen worden door kanker of aids. Minder zichtbaar, maar daarom niet minder pijnlijk, is het psychisch lijden van Leni Riefenstahl, die zich vanaf haar denazificatieproces tot aan haar dood moet blijven verantwoorden voor haar medeplichtigheid met het naziregime.

 

Bedrieglijke beeldvorming

Hoe schitterend de carrières van deze vrouwen ook zijn, achter de façade gaan doodgewone mensen schuil, met frustraties, zwakheden en angsten. Deze menselijkheid en kwetsbaarheid krijgt een prominente plaats in “Leni & Susan”. Zo zien we bv. de fysieke ongemakken van Sontag, die een enkele maal zelfs tegen het theaterdecor in katzwijm valt, en een op het eerste gezicht kerngezonde Riefenstahl, die op 96-jarige leeftijd nog turn- en yogaoefeningen doet, maar die innerlijk aldoor met zichzelf vecht.
Simone Milsdochter en Chris Lomme tonen ons ook de B-kant van de geschiedenis. De gedestilleerde iconen van de foto’s en biografieën krijgen een kloppend hart dankzij deze ervaren theatervrouwen, die ooit misschien zelf als ongenaakbare iconen in de geschiedenisboeken zullen verstillen.

Categories
Philosophy

Statusangst – Alain de Botton

Waarom willen we steeds meer bezitten? Hebben we allemaal zo’n laag zelfbeeld dat we de lacunes moeten opvullen met materiële bezittingen? In Statusangst (2004) analyseert hedendaags filosoof Alain de Botton de mechanismen die statusangst bevorderen (deel een) en gaat hij op zoek naar mogelijke oplossingen (deel twee).

 

Oorzaken

 

Economische context

Statusangst an sich is geen recent gegeven, maar zo oud is het nu ook weer niet. Deze vorm van psychologische onzekerheid is eigen aan de moderne samenlevingen, zoals we die sinds de achttiende, negentiende eeuw kennen. Door de industriële revolutie en het consumptiepatroon dat daarbij hoort, heeft de mens andere – hogere – verwachtingen omtrent ‘een geslaagd leven’.

De focus is verschoven van ‘zijn’ naar ‘hebben’. Men is niet langer succesvol als boer of landbouwer, maar wel als grondbezitter. Men is geen bekwaam ambachtsman meer, maar men heeft bij voorkeur een inkomen van X per maand. In principe doet de inhoud of de kwaliteit van de stiel er niet meer toe, zolang het financieel maar voldoende oplevert om de juiste statussymbolen te kunnen kopen. Want men wordt gewaardeerd op basis van zijn bezit, niet zijn verdienste voor de maatschappij.

 

Een nieuw wereldbeeld

De onbegrensde materiële mogelijkheden zijn niet de enige oorzaak van statusangst. Het motto van de Franse revolutie – liberté, égalité, fraternité – duidt op een fundamentele verschuiving in het wereldbeeld van de mens: namelijk het geloof dat alle mensen gelijk zijn, dat iedereen dezelfde kansen heeft in het leven.

Daar waar we eertijds in een bepaalde klasse van de samenleving geboren werden en doorgaans ons hele leven toe bleven behoren, worden we nu beschouwd als ‘gelijken’, met als gevolg dat we zelf verantwoordelijk worden gehouden voor onze toekomst, voor de armoede of rijkdom die we genereren. Factoren als geluk en tegenslag lijken geen geldige verklaring meer voor onze financiële situatie, vandaar de angst voor het eigen falen.

 

Massamedia als motor

Misschien wel dé belangrijkste factor die onze statusangst ononderbroken aanzwengelt, is de opkomst van massamedia. Al in de negentiende eeuw (!) verschenen de eerste boeken voor de self made man, voorlopers van de huidige generatie ‘praktische handboeken voor een succesvolle carrière’. Boeken, films, tijdschriften, reclameborden op elke straathoek: ze herinneren ons steeds weer aan datgene wat we nog niet hebben, en dat ons zéker en vast gelukkig zal maken en aanzien zal verschaffen. Het menselijk geheugen heeft een zwak voor herhaling: hoe vaker een boodschap herhaald wordt, des te harder we geloven dat het waar is.

De Botton ziet ook in het algemene gebrek aan waardering en liefde vanwege de medemens een voedingsbron voor onze hang naar materiële goederen, als middel om geliefd te zijn. Maar wat mij betreft vloeit het gebrek aan waardering voort uit het wereldbeeld dat de media ons opdringen, namelijk dat alleen financieel succesvolle mensen waardering verdienen.

 

Oplossingen

Lezers die enigszins vertrouwd zijn met de boeken van de Botton, kunnen al een beetje raden in welke domeinen hij zijn ‘oplossingen’ gaat zoeken: filosofie, kunst, politiek, christendom, etc. Desalniettemin overstijgen de voorbeelden uit elk van deze domeinen het zuiver anekdotische en verschaffen ze ons nieuwe inzichten. Hij bespreekt talloze filosofen, dichters en schrijvers die al eeuwen bezig zijn met het ontleden van en het zoeken naar oplossingen voor statusangst.

Om het leesplezier niet te vergallen, beperk ik me hier tot een van mijn persoonlijke favorieten, het ‘memento mori’. De spreuk die al onze aardse inspanningen van een eindig perspectief voorziet. Waardoor de druk die we onszelf opleggen voor nóg wat meer bezittingen of aanzien, plots compleet zinloos lijkt. Wat mij betreft mag deze spreuk wat meer in het straatbeeld verschijnen.

Categories
Painting

Luc Tuymans – Retrospective

Mag een woord – of erger nog – een grammaticaal correcte zin pretenderen inzicht te scheppen in de geschilderde beeldtaal?

Als het van Luc Tuymans afhangt, onthoudt hij zich het liefst van elke toelichting bij zijn schilderijen. Een kunstwerk dat volledig geduid wordt, vergt niets meer van onze verbeeldingskracht.

De werken van Tuymans nopen de toeschouwer zijn pas te vertragen, omdat ze geen glasheldere weergaven zijn van de werkelijkheid. Vage contouren en uitgevlakte elementen zetten de toon. Dit alles om de dubbelzinnigheid van onze leefwereld in beeld te brengen.

Neem nu het werk ‘Turtle’ dat de magie van een lichtstoet in Disneyland uitbeeldt: men kan zich afvragen wat er schuilgaat achter al die pracht en praal…

Met ontelbare penseelstreken creëerde Tuymans een eerder floue weergave van een paradeschildpad in Disneyland. De vaagheid van de figuur zinspeelt op de verborgen structuren die Disneyland beheersen. Het is een verwijzing naar het machtige raderwerk dat niet alleen op commercieel vlak zeer uitgekiend is, maar dat ook op moreel vlak tracht haar waarden tot norm te verheffen. Disneyland toont ons een ideaalbeeld van de perfecte wereld, zonder ruimte voor nuance of afwijkende ideeën. Tuymans plaatst een kritische kanttekening bij de schijnbare perfectie van het meest georchestreerde land ter wereld, Disneyland.

 

Categories
Film

The Housemaid – Sang-soo Im

Met het thema ‘overspel’ werden al aardig wat filmrollen gevuld, de ene al wat aangebrander dan de ander. Sang-soo Im ‘recycleerde’ een scenario uit 1960 (Kim Ki-young), en maakte er een eigen, moderne versie van.

De pater familias van een Zuid-Koreaanse upper class familie besluit een tweede dienstmeid in huis te nemen, om zijn hoogzwangere vrouw te ontlasten. Hij raakt echter geïntrigeerd door de ongeremde toewijding en naïeve onschuld van zijn nieuwe meid. Wanneer blijkt dat de meid een kind verwacht van hem, komt het huis onder hoogspanning te staan.

De eenvoud van het verhaal vormt tegelijkertijd ook haar kracht: vergezochte plotwendingen zouden de geloofwaardigheid alleen maar ondermijnen. Ook tijd en ruimte worden gekenmerkt door dezelfde eenvoud: alles verloopt chronologisch en nagenoeg in dezelfde vertrekken. In dit gesloten circuit zet de regisseur de bakens uit van zijn verhaal: macht en hebzucht raken slaags met dat ene wat ze niet kunnen controleren, het noodlot.

Categories
Dance

En Atendant – ROSAS

Hedendaagse dans is geen hapklare brok cultuur. Een (essentieel?) bindmiddel als muziek wordt soms geminimaliseerd of zelfs achterwege gelaten (bv. in The Song, de voorstelling van ROSAS uit 2009). Dat zegt veel over de houding van de postmoderne choreograaf ten opzichte van het medium muziek: ze is méér dan een louter contextueel of achtergrondgegeven. Tussen dansers en muzikanten ontspint zich een subtiele dialoog.

De openingsscène van En Atendant draait rond het beheersen van de ademhaling, cruciaal voor zowel muzikant als danser. Een fluitist dompelt de toeschouwer noot per noot onder in de sfeer van de 14de eeuw. De toen gangbare muziek was die van de Ars Subtilior: bijzonder ritmisch, polyfoon, afwisselend harmonisch en dissonant.

Vertrekkend op één lijn worden de dansers één met de partituur: ieder lichaam vertolkt een serie noten – een thema – dat telkens vanuit een ander gezichtspunt herhaald wordt. Het grillige maniërisme van de muziek krijgt een tweede leven in de flitsende voeten en de zwetende lijven. Harmonie keert terug wanneer de lichamen elkaar treffen in een choreografisch doorwrocht samenspel. De hele voorstelling lang wordt er geëxperimenteerd met houdingen, bewegingen, kledij, soms woorden… elk middel kan dienen om dichter bij de muziek te komen.

Met stilaan dovende lichten wordt het vallen van de avond aangekondigd. In dit nachttafereel wordt de laatste zichtbare scheiding tussen danser en muziek opgeheven. De intensiteit van de Ars Subtilior zindert na in de vervagende musculatuur van een dansende, naakte man.

Categories
Drawing

David Shrigley

Gesteld dat kunst de verzameling van het ‘schone’, het ‘volmaakte’ is, onder welke noemer moeten we Shrigley’s werk dan plaatsen? Bij Shrigley primeert eerder het ‘onvolmaakte’, de ‘afwijking’, die de geest van de toeschouwer uitdaagt om buiten de normale kaders te denken.

Shrigley is iemand die nieuwe betekenis creëert door betekenaren – zowel woorden als beelden – op een ongewone manier samen te brengen. ‘Going nowhere’ (met een mannetje dat een ladder opgaat) is hier een goede illustratie van: een ordinaire, functionele handeling wordt plots origineel, niet meer zo alledaags.

De kunstenaar werkt niet vanuit een bepaalde onderliggende bedoeling; hij is er in eerste instantie niet op uit om ‘de hedendaagse samenleving in vraag te stellen’. Zijn enige drijfveer is het zuivere experiment. Going nowhere. L’art pour l’art. Dit werkt enorm bevrijdend, en dat merk je ook als toeschouwer: je geest wordt geprikkeld door deze nieuwe kijk op de alledaagse dingen van het leven. We zouden zelfs kunnen zeggen dat Shrigley’s representaties de alledaagse dingen van een laagje stof ontdoen, waardoor de primaire betekenis van de dingen terug helder aan onze geest verschijnt.