Dansen op de tonen en hese stem van Bob Dylan. We doen het allemaal, stiekem, in onze woonkamer. Maar tippen aan de sensuele lenigheid van Lisbeth Gruwez, doen we wellicht niet.
Gelukkig krijgen we in de nieuwe voorstelling van Lisbeth Gruwez – met de hulp van krakende-vinylplatendraaier Maarten Van Cauwenberghe – het gevoel te mogen binnenkijken in haar woonkamer. Podium en zaal krijgen een andere betekenis: als kijker voel je je een beetje een voyeur, die binnengluurt in de intieme sfeer ten huize van.
En in die privésfeer is er ruimte voor experiment, voor het aftasten van fysieke grenzen. Minutenlang molenwieken. Hoekig als een kraanvogel. Opgespannen als een boog. Zweven in het ijle. Salueren en marcheren. Bob Dylan laat het allemaal toe. Het energiepeil van Lisbeth lijkt onuitputtelijk. Het publiek houdt de adem in en geniet van de schoonheid die schuilgaat achter dit eenvoudige concept: een lichaam dat één wordt met muziek.
Enkele platen van Bob Dylan hebben er een extra dimensie bijgekregen. Die van de herinnering aan een donkere theaterzaal met één enkele spot die koortsachtig speurt naar de sensueel bewegende Lisbeth Gruwez.