Gesteld dat kunst de verzameling van het ‘schone’, het ‘volmaakte’ is, onder welke noemer moeten we Shrigley’s werk dan plaatsen? Bij Shrigley primeert eerder het ‘onvolmaakte’, de ‘afwijking’, die de geest van de toeschouwer uitdaagt om buiten de normale kaders te denken.
Shrigley is iemand die nieuwe betekenis creëert door betekenaren – zowel woorden als beelden – op een ongewone manier samen te brengen. ‘Going nowhere’ (met een mannetje dat een ladder opgaat) is hier een goede illustratie van: een ordinaire, functionele handeling wordt plots origineel, niet meer zo alledaags.
De kunstenaar werkt niet vanuit een bepaalde onderliggende bedoeling; hij is er in eerste instantie niet op uit om ‘de hedendaagse samenleving in vraag te stellen’. Zijn enige drijfveer is het zuivere experiment. Going nowhere. L’art pour l’art. Dit werkt enorm bevrijdend, en dat merk je ook als toeschouwer: je geest wordt geprikkeld door deze nieuwe kijk op de alledaagse dingen van het leven. We zouden zelfs kunnen zeggen dat Shrigley’s representaties de alledaagse dingen van een laagje stof ontdoen, waardoor de primaire betekenis van de dingen terug helder aan onze geest verschijnt.