Categories
Literature

Wilde zwanen: drie dochters van China – Jung Chang

Over een tijdspanne van 69 jaar krijgen we het verhaal van drie generaties vrouwen te lezen. Van het feodale China uit de eerste helft van de 20ste eeuw, over het communistische China tot de dood van Mao in 1976 en de geleidelijke openstelling van de landsgrenzen.

De geslotenheid van het maoïstische regime wordt in het boek vaak versterkt door afgelegen, geïsoleerde of onherbergzame gebieden, zoals plattelands- of bergdorpen. Slechts aan het einde van het verhaal – wanneer Jung na de dood van Mao een taalstudiereis mag maken – bevinden we ons in een meer open klimaat, nl. dat van de havenstad Zhanjiang, waar contact met de buitenwereld (via Engelssprekende scheepslui) mogelijk is.

Onder de heerschappij van Mao waren de Chinezen via verblijfsregisters (en daaraan gekoppelde rantsoenen) steeds gebonden aan hun dorp of stad. Verhuizen van de stad naar het platteland kon wel, maar omgekeerd niet. Dit geografisch immobilisme verkleint de toekomstkansen van de gewone man: voor hem is het zo goed als onmogelijk om zijn levensstandaard te verbeteren of zich te ontwikkelen.

Daartegenover staat een relatieve sociale mobiliteit. De positie van de vrouw verbetert enigszins tijdens het communisme: de Chinese maatschappij evolueert van een volledige ondergeschiktheid van de vrouw (concubinaat, inbinden van de voeten om te voldoen aan een mannelijk schoonheidsideaal) naar een min of meer gelijke behandeling van vrouwen. De moeder van Jung wordt niet uitgehuwelijkt en bekleedt een tamelijk hoge functie in haar regio. Dit geldt weliswaar enkel voor Chinezen van goede afkomst; de boerinnen op het platteland krijgen nog steeds minder rantsoen dan hun mannelijke collega’s voor evenveel werk.

Wat cultuur betreft, kan de tegenstelling met het Westen niet groter zijn. De verheerlijking van het boerenbestaan onder Mao gaat gepaard met het cultiveren van onwetendheid. Er is sprake van mediacensuur, boekverbranding, vernietiging van historische monumenten, enz. De rijke Chinese cultuur wordt integraal vervangen door propaganda rond de figuur van Mao. Daar er geen contact is met de buitenwereld, wordt er dan ook nergens melding gemaakt van de culturele omwenteling die op datzelfde moment plaatsvindt in het Westen (bv. de Beat Generation die volop streeft naar intellectuele en seksuele vrijheid).

Het regime van Mao heeft vele levens geëist: naar schatting 70 miljoen. Wat Mao echter zo dubbelzinnig maakt, is het feit dat hij er nooit rechtstreeks op doelde om zijn volk uit te moorden. Zijn manier om het volk onder controle te houden, is het cultiveren van angst. Er is een zeer sterke sociale controle: elke Chinese burger die “afwijkt van de leer van Mao”, moet het ontgelden. Deze vage instructie heeft als gevolg dat er voortdurend persoonlijke vetes worden vereffend onder de vlag van Mao. Ook het onderwijs wordt onmogelijk, aangezien Mao intellectuele ontwikkeling veroordeelt als zijnde “het nastreven van superioriteit”, en dus een afwijking van zijn ideaal dat “iedereen gelijk moet zijn”.

Nu de sterfdag van Mao al 37 jaar achter ons ligt, kunnen we met een overschouwende blik terugkijken op deze periode uit de Chinese geschiedenis. De gruwel van de grote hongersnood en de persoonlijke afrekeningen behoren tot het verleden. Maar geldt dat ook voor de andere aspecten die we zojuist aanhaalden? Neen. Het is akelig te moeten vaststellen dat er best wel wat parallellen zijn met de actualiteit anno 2013. Censuur en het cultiveren van onwetendheid gaan door: dictatoriale overheden die de kritiek op hun beleid niet verdragen blokkeren sociale media (China, Egypte…), historische klokkenluiders kunnen niet meer vrij bewegen (Assange, Snowden…), crisistijden worden aangegrepen om sociale rechten af te bouwen (financiële crisis)… en o ja, Wilde zwanen is nog steeds verboden lectuur in China.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *